SV | Gij hebt dit volk vermenigvuldigd, [maar] Gij hebt de blijdschap niet groot gemaakt; zij zullen [nochtans] blijde wezen voor Uw aangezicht, gelijk men zich verblijdt in den oogst, gelijk men verheugd is, wanneer men de buit uitdeelt. |
WLC | הִרְבִּ֣יתָ הַגֹּ֔וי [לֹא כ] (לֹ֖ו ק) הִגְדַּ֣לְתָּ הַשִּׂמְחָ֑ה שָׂמְח֤וּ לְפָנֶ֙יךָ֙ כְּשִׂמְחַ֣ת בַּקָּצִ֔יר כַּאֲשֶׁ֥ר יָגִ֖ילוּ בְּחַלְּקָ֥ם שָׁלָֽל׃ |
Trans. | hirəbîṯā hagwōy lō’ lwō hiḡədalətā haśśiməḥâ śāməḥû ləfāneyḵā kəśiməḥaṯ baqqāṣîr ka’ăšer yāḡîlû bəḥalləqām šālāl: |
Gij hebt dit volk vermenigvuldigd, [maar] Gij hebt de blijdschap niet groot gemaakt; zij zullen [nochtans] blijde wezen voor Uw aangezicht, gelijk men zich verblijdt in den oogst, gelijk men verheugd is, wanneer men de buit uitdeelt.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Gij hebt dit volk vermenigvuldigd, [maar] Gij hebt de blijdschap niet groot gemaakt; zij zullen [nochtans] blijde wezen voor Uw aangezicht, gelijk men zich verblijdt in den oogst, gelijk men verheugd is, wanneer men de buit uitdeelt.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!